zondag 12 januari 2014

Overbelast gebied: géén ruimte voor uitbreiding veehouderij!

DE PEEL / BRABANT –  Bewoners- en milieugroepen in de Peel, Kempen, Baronie en andere delen van Brabant en Noord-Limburg hebben de provincie tot ‘overbelast gebied’ verklaard. Dit gebeurt aan de vooravond van een nieuwe besluitvormingsronde in Provinciale Staten van Brabant over het scheppen van ‘nieuwe ontwikkelruimte’ voor de (intensieve) veehouderij. Volgens de deelnemende groepen is er in Brabant en Limburg al jaren géén enkele ruimte meer voor de veehouderij om te groeien. Om dat feit te onderstrepen, zijn in veel gemeenten in Brabant en Limburg actieborden opgehangen met de tekst ‘Stop! Overbelast gebied!’ 

Bekijk en beluister Rapportage Omroep Brabant  

Provinciale Staten, het Brabants parlement, is van plan om in februari / maart 2014 een besluit te nemen de veehouderij in Brabant weer extra ‘ontwikkelruimte’ krijgt. Dit zou dan moeten gebeuren volgens de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV), een puntensysteem dat vooral gericht is op een aanpak van problemen op bedrijfsniveau. Belangrijkere aandachtspunten (mens en milieu) komen er maar bekaaid vanaf. De plannen veronderstellen dat er nog ontwikkelruimte zou zijn in Brabant voor verdere expansie. Dat is niet zo. 

Hoogste veedichtheid ter wereld
Grote delen van Brabant, met name de Peel en Kempen, zijn gebieden met de allerhoogste veedichtheid van Europa. Zelfs wereldwijd zijn er maar weinig regio’s waar meer dieren per km2 worden gehouden. Tot die constatering komen de bewoners- en milieugroepen aan de hand van een vergelijking van gegevens van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) aangevuld met statistische data uit onder meer Nederland (CBS), Duitsland, Denemarken, België, Frankrijk en Spanje.

Deze grafiek toont een internationale vergelijking van het aantal varkens per km2, waarbij per EU-land twee regio’s met de hoogste veedichtheid zijn opgenomen plus het landelijk gemiddelde. De Peelregio staat ver bovenaan met 2.333 varkens per km2. Bron: FAO, CBS, enz.

De Peelregio, het grensgebied van Oost-Brabant en Noord-Limburg, heeft veruit de allerhoogste varkensdichtheid van heel Europa. In totaal gaat het om 4,6 miljoen varkens. In heel Brabant gaat het om 5,7 miljoen varkens. Daar bovenop komen nog allerlei andere diersoorten, zoals pluimvee, runderen, geiten, nertsen, enz. Bij elkaar opgeteld verblijven er in Brabant bijna 61 miljoen dieren, waarvan ruim 33 miljoen in de Peelregio en circa 10 miljoen in de Kempen.
Deze grafiek toont de varkensdichtheid per gemeente in de Peel en Kempen ten opzicht van het gemiddelde in de Peelregio, Kempen en Brabant (zie eerste grafiek). Uit deze vergelijking blijkt dat de gemeente Boekel 5.253 varkens per km2 de lijst aanvoert. Maar ook Sint-Anthonis, Venray, Bernheze, Reusel-De Mierden en Gemert-Bakel zit ver boven het gemiddelde van de Peelregio, dat internationaal gezien al extreem hoog is. Bron: FAO, CBS, enz

Deze extreem hoge veedichtheid in combinatie met het grote aantal inwoners van de provincie Brabant (2,4 miljoen) is reden voor grote zorg. Extra ontwikkelruimte voor de veesector, een eufemisme voor uitbreiding van de veestapel, wordt door de bewoners- en milieugroepengroepen als ‘volstrekt onverantwoord en onrealistisch’ betiteld. Ze wijzen in dit verband op afspraken die in februari 2013 zijn gemaakt in De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel, waar door onder andere provincie Brabant, burgers, milieuorganisaties en ZLTO  is afgesproken dat er passend beleid zou komen voor de overbelaste gebieden.

Volksgezondheid
Brabant heeft in het recente verleden al diverse malen te maken gehad met grote en kleinere uitbraken van besmettelijke dierziekten, zoals de varkenspest (1997) en meer recent de Q-koorts. Om de varkenspest onder controle te krijgen moesten 11 miljoen varkens worden geruimd, waarvan het grootste deel preventief. De kosten (1,4 miljard euro) werden betaald met gemeenschapsgeld.

De recente Q-koortsepidemie, de grootste in zijn soort ter wereld, heeft ten gevolge van  nalatigheid van de overheid ruim twintig mensen het leven gekost. Het RIVM sluit niet uit dat het er mogelijk 2 of 3 keer zoveel zijn geweest. Daarnaast zijn er vele honderden mensen chronisch Q-koortspatiënt. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis stelt dat ruim honderdduizend mensen drager zijn van de coxiella burnetii-bacterie, de veroorzaker van de Q-koorts.

Met deze hoge veedichtheid is het volgens veterinair deskundigen geen kwestie óf maar wannéér er weer een uitbraak is van een besmettelijke dierziekte die mogelijk (weer) kan overslaan op mensen. Daar komt bij dat het gebruik van antibiotica, ondanks recente daling van het gebruik, nog steeds fors is binnen de veesector. Dit leidt tot risicovolle resistentieproblematiek (MRSA, ESBL, Salmonella, enz). De situatie begint dermate ernstig te worden dat het gerenommeerde vakblad The Lancet in september een redactioneel commentaar afdrukte met de kop ‘Laatste waarschuwing’.

Leefbaarheid en milieuvervuiling
Naast zorgen over risico’s voor de volksgezondheid, staat de leefbaarheid in grote delen van Brabant al decennia onder druk. Tal van rapporten tonen aan dat de kwaliteit van lucht (ammoniak en fijnstof), bodem en water, ondanks jarenlang beleid van overheden, nog steeds niet aan de normen voldoet. Veel inwoners klagen over stankoverlast, mede veroorzaakt door gebrekkige regelgeving en nog zwakkere handhaving.

De kern van het probleem is de gigantische veestapel, op de been gehouden door grootschalige import van grondstoffen zoals soja. Door gebrek aan voldoende landbouwgrond levert dit een enorm mestoverschot op dat in de Peelregio is opgelopen tot 6 miljoen ton per jaar. Deze hoeveelheid mest vertegenwoordigt een colonne tankwagens van Den Haag naar Sevilla in Zuid-Spanje en weer terug. Bumper aan bumper! De overheid denkt dit mestprobleem op te kunnen lossen door veehouders te verplichten mestfabrieken te bouwen. In werkelijkheid lossen mestfabrieken niets op: de hoeveelheid mineralen blijft gelijk en het afvalwater van deze installaties belandt letterlijk in de sloot.

De gevolgen van de veel te grote veestapel zijn overal merkbaar. Zo zijn in 2012 de waterwinstations bij Boxmeer en Vierlingsbeek gesloten vanwege te hoge nitraatgehalten (uitspoeling van mest naar het grondwater). Ook worden de normen voor de stikstofdepositie op kwetsbare natuurgebieden zoals de Deurnese en Groote Peel structureel overschreden met bijna 600 procent. Een ander tastbaar bewijs is de landschapsvervuiling met megastallen, mestfabrieken en wagenparken die het landschap steeds meer domineren.


Economisch belang?
Volgens de bewoners- en milieugroepen in Brabant staan bovenstaande negatieve effecten en risico’s in geen verhouding meer met het veronderstelde economisch belang. Uit een rapport van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt bijvoorbeeld dat allerlei externe kosten niet worden meegeteld in de kostprijs van vlees. Voor de varkenssector kwam dat in 2008 neer op circa 1,3 miljard euro per jaar. Dit rijtje kan worden aangevuld met diverse andere kostenposten, zoals ziektekosten ten gevolge van de Q-koorts, gesjoemel met de Meststoffenwet, enz. Al deze rekeningen worden afgewenteld op milieu en maatschappij.

Stop! Overbelast gebied
Het idee dat er nog ontwikkelruimte zou zijn in Brabant voor uitbreiding van de veehouderij is volgens de bewoners- en milieugroepen in Brabant gespeend van elk besef van de ernst en omvang van de problematiek. Alle signalen staan al jaren op rood of oranje. Nog langer doorrijden op deze doodlopende weg is onverantwoord. Het is de hoogste tijd voor een andere afslag:

Brabant leefbaar. Minder beesten!